Citroen XM
Citroen XM (1988 - 2001)
Eind 1984 startte Citroën met de opvolger van de toen 10 jaar oude CX-serie. Daarbij werd uitgegaan van een vrij bijzonder uitgangspunt: ”dat een auto de mens dient te behagen was al langer bekend bij Citroën, maar de XM is duidelijk ontsproten aan de gedachte dat een auto zoveel mogelijk mensen moet behagen”.
Uit een aantal verschillende ontwerpen werd uiteindelijk gekozen voor een ontwerp van Bertone. De technische ontwikkelingen van de XM liep samen met de Peugeot 605. De bodemplaat en de motoren waren dan ook identiek. Uiterlijk was de XM echter sterk onderscheidend van de Peugeot en eigenlijk iedere andere auto op de markt. Er was veel aandacht besteed aan aërodynamica en de uiteindelijke cw-waarde was met een waarde van 0,28 dan ook extreem laag. Ook bijzonder was dat de auto maar liefst 12 losse ruiten telde.
Uiteraard is de XM ook weer voorzien van het befaamde hydropneumatische veersysteem van Citroën. De XM heeft de primeur om als eerste Citroën te worden voorzien van een actieve versie van het veersysteem. Voor het eerst wordt het systeem voorzien van een computer die actief de werking van het systeem beïnvloed. Het veersysteem in de XM wordt dan ook omgedoopt tot hydractief.
In mei 1989 wordt de XM geïntroduceerd en vanaf oktober 1989 is de ‘overwinning op de weg’ ook in Nederland leverbaar. In 1990 wordt de XM werd verkozen tot Europese auto van het jaar.
Voor modeljaar 1995 wordt een facelift doorgevoerd. De kinderziektes die de eerste modeljaren vertoonden worden verholpen en de tweede versie van het hydractieve veersysteem wordt van de inmiddels leverbare Xantia overgenomen.
De XM is gedurende de levencyclus leverbaar geweest met vele motoren waarvan de nieuwe dieselmotoren met 3-kleppen per cilinder de meest opvallende waren. Daarnaast was de komst van een 2 liter benzinemotor met lage druk turbo een welkome aanvulling op het programma. De motor die werd aangeprezen als ‘constant torque’ motor viel op door de afwezigheid van het bekende ‘turbogat’.
Na 329 388 exemplaren valt in mei 2000 geruisloos het doek voor de XM. Een echte opvolger is er nog niet. Die komt pas in 2005 als de Citroën C6 wordt geïntroduceerd.
(Bron: Oldtimernieuws)
Eind 1984 startte Citroën met de opvolger van de toen 10 jaar oude CX-serie. Daarbij werd uitgegaan van een vrij bijzonder uitgangspunt: ”dat een auto de mens dient te behagen was al langer bekend bij Citroën, maar de XM is duidelijk ontsproten aan de gedachte dat een auto zoveel mogelijk mensen moet behagen”.
Uit een aantal verschillende ontwerpen werd uiteindelijk gekozen voor een ontwerp van Bertone. De technische ontwikkelingen van de XM liep samen met de Peugeot 605. De bodemplaat en de motoren waren dan ook identiek. Uiterlijk was de XM echter sterk onderscheidend van de Peugeot en eigenlijk iedere andere auto op de markt. Er was veel aandacht besteed aan aërodynamica en de uiteindelijke cw-waarde was met een waarde van 0,28 dan ook extreem laag. Ook bijzonder was dat de auto maar liefst 12 losse ruiten telde.
Uiteraard is de XM ook weer voorzien van het befaamde hydropneumatische veersysteem van Citroën. De XM heeft de primeur om als eerste Citroën te worden voorzien van een actieve versie van het veersysteem. Voor het eerst wordt het systeem voorzien van een computer die actief de werking van het systeem beïnvloed. Het veersysteem in de XM wordt dan ook omgedoopt tot hydractief.
In mei 1989 wordt de XM geïntroduceerd en vanaf oktober 1989 is de ‘overwinning op de weg’ ook in Nederland leverbaar. In 1990 wordt de XM werd verkozen tot Europese auto van het jaar.
Voor modeljaar 1995 wordt een facelift doorgevoerd. De kinderziektes die de eerste modeljaren vertoonden worden verholpen en de tweede versie van het hydractieve veersysteem wordt van de inmiddels leverbare Xantia overgenomen.
De XM is gedurende de levencyclus leverbaar geweest met vele motoren waarvan de nieuwe dieselmotoren met 3-kleppen per cilinder de meest opvallende waren. Daarnaast was de komst van een 2 liter benzinemotor met lage druk turbo een welkome aanvulling op het programma. De motor die werd aangeprezen als ‘constant torque’ motor viel op door de afwezigheid van het bekende ‘turbogat’.
Na 329 388 exemplaren valt in mei 2000 geruisloos het doek voor de XM. Een echte opvolger is er nog niet. Die komt pas in 2005 als de Citroën C6 wordt geïntroduceerd.
(Bron: Oldtimernieuws)